NVPB nieuws:
De steenmarter, wat te
doen bij overlast?
De steenmarter is een
beschermde diersoort. Door geluidsoverlast of stankoverlast kunnen mensen
echter hinder ondervinden van de steenmarter. Hoe is de steenmarter te
onderscheiden van andere diersoorten en welke mogelijkheden biedt de wet als
er overlast is van de steenmarter?
Hoe ziet een
steenmarter er uit?
De steenmarter is qua bouw vergelijkbaar met een slanke kat. Kenmerkend voor
steenmarter zijn de van donkergrijze tot grijsbruine vacht met een
witte ondervacht. Zijn neus is onbehaard en zalmkleurig. Zijn oren zijn vrij
kort en rond. De steenmarter heeft een witte of crèmekleurige vlek van zijn
keel tot aan zijn poten. Hierdoor kan de steenmarter worden onderscheiden van
de boommarter; die heeft een gele vlek op zijn keel.
Door geluidsoverlast of stankoverlast kunnen mensen hinder ondervinden van de
steenmarter. De steenmarter kan een urinegeur achterlaten een rommelend
geluid maken. Aan zijn geluid valt op dat de steenmarter zwaarder is dan de
rat en de muis. De steenmarter maakt geen tippelend geluid, maar eerder een
rommelend geluid. Het kan zelfs klinken alsof er een inbreker in huis is. De
steenmarter is met name overdag actief. Hij slaapt met tussenpozen op
verschillende plaatsen. De steenmarter kan ook kabels aanvreten en daardoor
schade veroorzaken. Het is een roofdier en hij eet graag eieren, ratten en
muizen, maar ook plantaardig voedsel zoals vruchten, gewassen op het land en
ander voedsel wat mensen achterlaten.
Gedrag
Steenmarters ervaren geluidsoverlast als belastend. De steenmarter zal zijn
habitat bij voorkeur in en om heggen en struwelen, stenen muren en gebouwen
hebben. De steenmarter begeeft zich graag in stedelijke gebieden maar ook op
het platte land. Ze hebben soms meerdere schuilplaatsen zoals takkenhopen,
boomholtes, struwelen, op zolders en in kruipruimten. De steenmarter is dan
ook gevoelig voor het verlies van geschikte schuilplaatsen en ook voor het
verlies van voedselaanbod, zoals fruitbomen.
De steenmarter is een territoriaal dier. Hij laat sporen na en kan binnen een
straal van 25 km zijn territorium terugvinden. Als de steenmarter wordt
weggehaald uit zijn gebied is de kans aanwezig dat een volgende steenmarter
het gebied overneemt. De paartijd loopt van juli tot augustus.
Beschermde diersoort
De steenmarter is een beschermde diersoort. Tot 1942 was het toegestaan om op
de steenmarter te jagen. De populatie steenmarters nam hierna sterk af. De
steenmarter is later opgenomen in de Flora- en Faunawet en is een van de
soorten die een speciale status heeft gekregen waardoor deze extra streng
beschermd is. Dat betekent dat men voldoende zorg in acht dient te nemen voor
de steenmarter en hun directe leefomgeving net als voor andere door de Flora
en Faunawet beschermde planten en dieren. Het is niet toegestaan om de
steenmarter te vangen, te verjagen of te doden. Verder mogen ook geen nesten
of eieren worden verstoord, weggehaald, beschadigd of vernield. De populatie
steenmarters is inmiddels weer toegenomen.
Er zijn uitzonderingen mogelijk op deze verboden, die worden hieronder verder
beschreven.
Boeren kunnen bij het Faunafonds compensatie vragen als zij schade aan
gewassen hebben opgelopen door de steenmarter. Een gemeente kan zelf
meldingen verzamelen van overlast van steenmarters. Bij het nemen van
maatregelen tegen schade is de hulp van een professionele plaagdiermanager
van belang.
Uitzondering:
ontheffing per geval
Er is een aantal uitzonderingen mogelijk op de bescherming die de Flora en
Faunawet biedt. Er kan bij de provincie ontheffing worden aangevraagd voor de
verboden die gelden voor steenmarters. Ontheffing mag worden verleend in het
belang van “voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast
veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen”. Dit mag echter alleen als er
geen afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding van de steenmarters. De
steenmarter als soort mag niet in gevaar komen. De provincie zal dat afwegen
in haar beslissing om wel of niet ontheffing te verlenen. Per melding of geval
kan de provincie beslissen om ontheffing te verlenen. Ontheffing kan
bijvoorbeeld inhouden dat bepaalde verboden (het verbod om een steenmarter te
verjagen of te vangen) voor een bepaald geval en een bepaald tijdstip niet
van kracht is. De professionele plaagdiermanager kan dan zorgen dat de
overlast op die plaats wordt verholpen.
Uitzondering:
ontheffing o.b.v. beheerplan
De provincie kan ook op basis van een (fauna)beheerplan voor de steenmarter
een ontheffing verlenen. In dat geval kan de ontheffing worden verleend voor
een langere periode (max. 5 jaar) en voor bepaalde afgebakende periode. Een
beheerplan kan gericht zijn op preventie van overlast en schade. Als er
sprake is van stank en overlast door de steenmarter is dit bijvoorbeeld een
mogelijkheid.
Uitzondering:
ontheffing o.b.v. wijziging in bestemmingsplan
Er kan ook een ontheffing worden verleend als er een bestemmingsplanwijziging
is. Bijvoorbeeld als er een vergunning wordt verleend om in een bepaald
gebied huizen te bouwen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) kan op deze grondslag ontheffing verlenen, bijvoorbeeld als er
bouwplannen zijn voor plaatsen waar steenmarters hun habitat hebben.
Preventiemaatregelen
vragen aanvragen Bij12
Naast de mogelijkheid om ontheffing aan te vragen kunnen in bepaalde gevallen
preventieve maatregelen worden genomen om schade te voorkomen. De unit
Faunafonds van de organisatie die provincies adviseert, genaamd Bij12,
bepaalt per geval welke maatregelen dat zijn. Een aanvraag om preventieve maatregelen
te nemen kan worden ingediend bij i
nfo@bij12.nl
Dit wordt van geval tot geval bepaald. Zie ook
www.bij12.nl
|